afb.
De eerste twee tophockeysters uit Den Bosch die goud binnenhalen op de Olympische Spelen, ontwikkelen hun talenten niét aan de Oosterplas, de bakermat van zoveel Bossche hockeytalenten. Sophie von Weiler en Anneloes Nieuwenhuizen leren het kunstje bij MOP in Vught. | 48 |
Ze wordt geboren in de Seringenstraat en groeit op in de Bethaniëstraat, maar als Sophie von Weiler gaat hockeyen, trekt ze richting Vught. Naar MOP. Waarom MOP? "Mijn ouders komen niet uit Den Bosch. Toen ze verhuisden omdat mijn vader bij Organon ging werken, wilden ze niet in Oss gaan wonen, ze zochten een grotere stad. En omdat mijn oudere zus eerder niet was toegelaten op een katholieke club, kozen mijn ouders voor MOP. Den Bosch was toen nog een echt katholieke club", vertelt Sophie von Weiler. Eind jaren zestig begint de rijke hockeycarrière van Sophie von Weder daarom in Vught Enkele jaren later gebeurt hetzelfde met Anneloes Nieuwenhuizen, geboren in Bussum en op haar elfde met haar ouders naar Den Bosch verhuisd, naar de Zuiderparkweg. Ook zij kiest de afslag Vught. Waarom MOP? "Toen we in Den Bosch kwamen wonen, heeft mijn vader geïnformeerd welke club het meest aansloot bij de clubs waar we vandaan kwamen, Be Fair en Arnhem, Zo kwam ik bij MOP terecht. Met de fiets door het Bossche Broek naar het oude veld van MOP was trouwens nog korter ook dan naar de Oosterplas." Op het inmiddels verdwenen Ons Buiten, aan de Loonsebaan in Vught, ontwikkelen zich de talenten van Sophie von Weiler (1958) en Anneloes Nieuwenhuizen (1963). Daar speelt ook Nel van Kollenburg, veertigvoudig international, eveneens van Bossche origine. Zij ruilt MOP in voor Den Bosch. "Dat gaf een hoop tumult. Van MOP ging je nooit naar Den Bosch", herinnert Sophie von Weiler zich. Aan Olympische Spelen komt Nel van Kollenburg niet meer toe. Ze is al gestopt als in 1980 in het olympisch programma voor het eerst plaats is voor vrouwenhockey. Sophie von Weiler moet ook geduld opbrengen. Terwijl de meeste andere sportbonden hun sporters wel laten gaan, besluit de hockeybond tot een boycot van de Spelen in Moskou. Aanleiding is de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan (1979). "Ik kan me niet herinneren dat we als speelsters inspraak kregen bij dat besluit van de hockey-bond. Ik kwam net kijken, het was een voldongen feit. Ik weet wel dat ik heel teleurgesteld was", aldus Von Weiler. Vier jaar later zijn ze er allebei bij in Los Angeles. Beiden | 49 |
hebben Den Bosch dan al verlaten. Sophie von Weiler werkt in Amsterdam en speelt bij HMC Hilversum. Anneloes Nieuwenhuizen studeert in Utrecht maar is nog wel lid van MOP. Het vrouwenhockey is onder de Bossche bondscoach Gijs van Heumen dan al stukken professioneler, een groot contrast met het genoeglijk samenzijn dat het zo lang was. "Onder Gijs gingen we dagelijks trainen, we kregen loonderving, dat waren grote vernieuwingen", vertelt Sophie von Weiler. De investeringen worden op de Olympische Spelen van 1984 verzilverd met goud. Von Weiler speelt in alle wedstrijden en scoort vijf keer. Nieuwenhuizen speelt alleen in de groepswedstrijd tegen West-Duitsland (6-2) als vervangster van Margriet Zegers. Aan de Olympische Spelen van 1988 (Seoel) houden beiden een bronzen medaille over. Voor Von Weiler komt daarmee op haar 29ste een eind aan haar interlandcarrière met titels op Olympische Spelen, WK, EK en Champions Trophy. Ook wordt in 1986 uitgeroepen tot 'beste speelster van de wereld'. De hockeybond komt in de optelsom tot 137 interlands, met daarin 69 goals. Zelf heeft Sophie von Weiler 152 interlands geturfd. "Ik had alles meegemaakt. Er moest gewerkt worden. Daarom stopte ik", legt Sophie von Weiler uit. Haar adellijke titel freule, een erfenis van verre Duitse voorouders, telt alleen in het paspoort en bij de burgerlijke stand. "Ik ben van de arme tak", zegt ze spottend. Werken betekent voor haar veel regelen. Als team-manager bij bondscoach Tom van 't Hek maakt ze dan ook de Spelen van 1996 mee (met brons). Ze is ooit opgeleid tot fysiotherapeute maar werkt nu in het managementteam van het sportmedisch centrum op Papendal, dichtbij haar woonplaats Arnhem. Daar woont ze met haar man Charles Le Poole, een broer van Von Weiler's voormalige collega-international Sandra Le Poole, en zoon Jaap van veertien. Anneloes Nieuwenhuizen heeft het veel verderop gezocht. Een rugblessure dwingt haar in 1989 na 87 interlands te stoppen. De liefde lokt haar naar Ierland. "Ik ben verliefd geworden op een Ierse schapenboer. In het zuid-westen van Ierland, in Kenmare in graafschap Kerry, runnen we een boerderij met schapenfarm. Duizend hectare grond, met duizend schapen. Wij bieden de gelegenheid om een schaap te adopteren. Hele groepen bezoekers, ook veel uit Nederland, komen hier naar toe. Ze maken mee hoe we met de honden de schapen verzamelen, het scheren van de schapen, de lammetjes aaien," promoot Anneloes (Anne) Kissane, die met haar man John een zoontje van drie (Sean) heeft. Voor zowel Sophie von Weiler als Anneloes Nieuwenhuizen blijven de Olympische Spelen onvergetelijke herinneringen. "Het bijzondere aan de Spelen is dat je enkele weken samen bent met toppers uit zoveel andere sporten. Zo sta je de ene dag aan de counter je bordje op te scheppen naast Stefan Edberg, toch een grote tennisser, en loop je de andere dag Carl Lewis of Daily Thompson tegen het lijf. Dat is het grote extra in vergelijking met de EK's en WK's die tot hockeykringen beperkt blijven", vertelt Nieuwenhuizen. Of, zoals Sophie von Weiler het verwoordt: "Ongekende indrukken blijven het die je opdoet op Olympische Spelen." | 50 |
2012 |
Henk Mees en Piet LauwenSophie von Weiler en Anneloes Nieuwenhuizen : MOP bakermat van eerste 'Bossche' hockey-goudOlympische sporen in 's-Hertogenbosch (2012) 48-51 |